Woon-werkfietser én wielertoerist

Bjorn Mathys

Voor Björn Mathys is de keuze tussen de fiets of de wagen snel gemaakt. Samen met een vijftal vrienden – allen ex-renners die net zoals hij in het Brusselse werken – ontloopt hij de stress en de files door de 30 kilometer tussen zijn woonplaats Denderhoutem en de hoofdstad samen in een pendelpeloton per fiets te overbruggen.

“Ik kan het iedereen aanraden”, begint Björn, een 39-jarige werknemer bij KBC Bank. Hij begrijpt zelfs niet goed dat er mensen zijn die het niet doen. “Om te beginnen sta ik sneller op mijn werk dan wanneer ik de wagen zou nemen. Daarnaast heb ik nooit last van filestress. Bovendien heb ik ineens mijn dagelijkse portie lichaamsbeweging gehad. Omdat je jezelf heel de tijd moet concentreren op het verkeer, ben je niet meer bezig met andere zaken. De stress van mijn eigen job en leven glijden als het ware van me af op de fiets. Een echte win-winsituatie dus.” Maar ook zijn vrienden zijn voor Björn reden genoeg om voor de fiets te kiezen. “Ik hou enorm van het sociale contact. Het schept een band als je heel het jaar door samen iedere dag op de fiets kruipt. We hebben verschillende jobs en achtergronden maar zijn verbonden met elkaar door wat we dagelijks doen.” Een sleur wordt het naar eigen zeggen nooit. “Afhankelijk van het weer en waar we zin in hebben, nemen we een andere route.”

FIETSVIRUS

Het argument dat het weer in België zich niet leent tot woon-werkverkeer met de fiets, wuift Björn makkelijk weg. “De dagen op een jaar dat ik echt nat word, zijn op twee handen te tellen”, verduidelijkt hij. “Het gebeurt maar zelden dat het een hele dag nonstop regent. Door op voorhand apps met weersvoorspellingen te raadplegen, slaag ik er meestal in om in het geval van regen tussen de buien door te rijden. Een kwartiertje vroeger of later vertrekken, kan veel nattigheid voorkomen.”

Al is Björn er zich wel van bewust dat die luxe niet voor iedereen is weggelegd. “Mijn werkgever is op dat vlak vrij flexibel en fietsminded. Zo is er ook voldoende douchegelegenheid en een veilige fietsenstalling achter slot en grendel voorzien.” Met zijn enthousiasme heeft Björn bovendien ook al een aantal collega’s aangestoken met het fietsvirus. Maar bij Björn zit dat virus nog veel dieper geworteld. Naast het dagelijkse traject Denderhoutem-Brussel-Denderhoutem, is Björn na zijn dagtaak nog actief bij wielertoeristenclub TSG. De club – die is genoemd naar het sponsorende bedrijf van een van de leden – bestaat uit een 20-tal leden die net zoals Björn vroeger actief zijn geweest in competitie. “Die competitiedrang is gelukkig niet meer aanwezig bij ons”, hekelt Björn het gedrag van sommige andere wielertoeristen en groepjes zonder het letterlijk uit te spreken. “Bij TSG rijden we altijd netjes 2 aan 2.

Als we willen koersen, zouden we wel terug een licentie bij de wielerbond nemen”, bekritiseert Björn het gedrag van sommige ‘wielerterroristen’. “Dat wil niet zeggen dat er bij TSG traag gereden wordt hoor. Doordat we allemaal zo goed getraind zijn, ligt onze gemiddelde snelheid aan de hoge kant, zonder dat het voor ons een doel op zich is. Maar ons zal je nooit het gevaar zien opzoeken.” TSG wil een voorbeeld zijn voor wielertoeristen en clubs uit de streek. “Vanuit onze achtergrond als renners zijn we begaan met het imago van de wielersport, dat veel te vaak besmeurd wordt door enkelingen of groepjes die de regels aan hun laars lappen. Wij trachten die reputatie op te krikken door ons hoffelijk te gedragen in het verkeer en door ons steeds aan de regels te houden”, klopt Björn zich op de borst.

VALS VEILIGHEIDSGEVOEL

“Soms zijn fietsers zich niet helemaal bewust van de situatie waarin ze zich bevinden. Al te vaak krijgen wielertoeristen in groep een vals veiligheidsgevoel. Ze gaan ervan uit dat ze goed zichtbaar zijn omdat ze in groep rijden. Toch kent iedereen die af en toe in groep fietst de typische inhaalmanoeuvres van automobilisten, die in het beste geval maar net goed aflopen dankzij kunst- en vliegwerk van alle betrokkenen. Dergelijke situaties kunnen vaak vermeden worden. Ook al lijkt het in eerste instantie om een fout van de autobestuurder te gaan, toch kan je met de voltallige groep je steentje bijdragen om ongelukken te voorkomen.

Dankzij het dragen van zichtbare fluorescerende en/of reflecterende kledij zorg je ervoor dat een automobilist de grootte en de snelheid van jouw peloton beter kan inschatten.” Het feit dat Björn in de 17 jaar dat hij al naar het werk pendelt slechts één keer ten val is gekomen, spreekt boekdelen. “Dat was dan nog omdat ik vol in de remmen moest voor een onvoorzichtige automobilist, waardoor mijn wiel weg schoof en ik tegen de vlakte ging.” Volgens Björn komt het vermijden van ongelukken vooral aan op twee zaken. “Anticiperen op het verkeer is cruciaal. Ik durf van mezelf zeggen dat ik een ultradefensieve rijstijl heb. Ik zal nooit koste wat kost mijn voorrang nemen, ook al ben ik in mijn recht. Verder is het essentieel om gezien te worden. Hoe meer felle kleuren, reflecterende stroken en verlichting, hoe liever. Niet enkel op mijn kledij, maar ook aan mijn fiets en op de rugzak die ik draag. In de jungle van steen, asfalt en beton moet je als fietser opvallen voor je eigen veiligheid”, verduidelijkt Björn. “Ook bij het ontwerpen van de clubkledij van TSG is gezien worden het belangrijkste criterium. Onze zomeruitrusting bestaat uit felle, geelgroene truitjes die van honderden meters afstand zichtbaar zijn.” Voor de wintertenues werd een naar een compromis gezocht omwille van de praktische kant. “De basis van die truitjes is zwart, omdat modderspatten en vuil er minder goed zichtbaar op zijn. Zo blijven ze er goed uitzien, ook na tal van veldtoertochten en ritten in slecht weer. Maar ook daar hebben we gekozen voor grote witte letters om onze zichtbaarheid te verhogen”, voelt Björn zich bijna schuldig.