De openbare weg als uitdaging

Fietsen met het Lensworld-Kuota damesteam

Kim De Baat, Kaat Hannes, Maaike Polspoel en Nathalie Verschelden maken alle vier deel uit van het Lensworld- Kuota team, een van de topploegen in België dat overigens ook tal van internationale rensters aan boord heeft. Overal waar ze trainen, doen ze dat op de openbare weg, maar niet zon.Wanneer je jaarlijks tienduizenden kilometers fietst, is het niet de vraag ‘of’ maar wel ‘wanneer’ je in een ongeval betrokken raakt, zo bevestigen Kim, Kaat, Maaike en Nathalie unaniem. “Je mag nog zo defensief rijden als je wil, je kan de handelingen van andere weggebruikers niet altijd voorspellen en nog moeilijker beïnvloeden”, gaat Kim De Baat van start. Ze rijdt al bijna 20 jaar met de racefiets en kent het klappen van de zweep.

“Een openslaande autodeur is de nachtmerrie van elke wielrenner”, klinkt het in koor. Uit de overtuiging waarmee het viertal erover praat, blijkt dat ze al één of meerdere keren in zo’n situatie zijn terechtgekomen. De momenten dat ze dankzij hun eigen alertheid op het nippertje aan een ongeval zijn ontsnapt, zijn niet op één hand te tellen. Nathalie Verschelden verduidelijkt: “Wanneer je er dan net in slaagt om een noodstop uit te voeren, hoor je steevast hetzelfde van de betrokken bestuurder. ‘Ik had u niet gezien’, klinkt het dan verontschuldigend. “Geparkeerde auto’s zijn ook tricky. Voor je het weet, slaat er plots een deur open en moet je bruusk in de remmen.

Een ongeval is zo gebeurd. We gaan daarom voortdurend op zoek naar oogcontact via de achteruitkijkspiegels van geparkeerde auto’s. De op- en afritten van autosnelwegen zijn ook zo’n klassieke plaatsen waar extra waakzaamheid geboden is.” Zelf werd ze er ook al aangereden door een wagen. Ook Kaat Hannes, in 2016 nog Belgisch kampioene, beseft dat haar sport niet zonder gevaren is. “Vaak schatten andere weggebruikers de snelheid waarmee wij ons in het verkeer begeven verkeerd in. Ze denken dat ze nog snel voor onze neus kunnen afdraaien, wat meestal niet zo blijkt te zijn. Dan moeten wij vol in de remmen om een aanrijding te vermijden.”

ZICHTBAARDER = VEILIGER

Maaike Polspoel kreeg een wake-up call toen ze zelf met de motor begon te rijden. “Sindsdien besef ik hoe moeilijk mensen mij soms zien zonder een grote carrosserie rond mij. Daarom betekent elk accessoire dat de zichtbaarheid verhoogt een aanzienlijke meerwaarde. Bovendien voel ik me er veiliger door.” Verder ziet ze ook gelijkenissen tussen wielrenners en motorijders in het verkeer. “Het grootste probleem is dat andere weggebruikers vaak geen goede inschatting kunnen maken van de snelheid waarmee we bewegen. Ze zien dat we nog ver van hen verwijderd zijn en houden er geen rekening mee dat we enkele tellen later tot vlak bij hen genaderd zijn.”

Kim ziet de rush van het hedendaagse leven als een grote bedreiging in het verkeer. “Mensen zijn tegenwoordig zo gestresseerd en gehaast. Ze hebben geen geduld meer om even te wachten, bijvoorbeeld bij het op- of afdraaien van de oprit en proberen je nog snel voor te zijn. Levensgevaarlijk!” Ook bij training achter de brommer is het al vaak voorgevallen dat andere weggebruikers Kim niet opmerkten. “Weggestoken achter de brede rug van de gangmaker, draag ik daarom nog extra zichtbare kledij en accessoires”, vervolgt ze.

“Omdat we (semi-)professioneel met onze sport bezig zijn, gebeurt het vaak dat we ’s morgens in de vroegte vertrekken voor een duurtraining van 5 à 6 uur. In het voor- en najaar vertrek ik dan vaak nog in de ochtendschemering of kom ik soms net voor het vallen van de duisternis aan. Op die momenten ben ik in de reguliere kledij van de ploeg soms minder goed zichtbaar. Ik ben me daar erg van bewust en probeer met accessoires toch zo goed mogelijk op te vallen. Vanuit de ploegleiding wordt er op stage op gehamerd om beter zichtbaar te zijn. Er wordt ook de verplichting opgelegd om fluorescerende accessoires te dragen. Al doe ik dat sowieso vaak. Bijvoorbeeld ’s winters wanneer ik deelneem aan veldtoertochten om de conditie op peil te houden. Wanneer we dan samen in alle vroegte naar de startlocatie rijden, is het vaak nog donker. Dan is het belangrijk om kledij en accessoires te dragen waardoor je beter zichtbaar bent.

Ook al kom je dan enkel de postbode tegen en mensen die naar de bakker rijden, een ongeluk is snel gebeurd”, lacht Kaat zonder het gevaar te onderschatten. Gelijk heeft ze, want onderzoek heeft uitgewezen dat in 90% van de fietsongevallen een slechte zichtbaarheid aan de oorzaak ligt.

AFGESLOTEN CIRCUITS?

Hoewel de dames beseffen dat ze een gevaarlijke sport beoefenen, denken ze niet aan stoppen. “Enkel wanneer wielrenners verplicht zouden worden om te gaan trainen op afgesloten circuits, houdt het op”, zeggen Kim, Nathalie en Maaike resoluut. “Voor één keer kan dat leuk zijn, maar daar ben je snel op uitgekeken. Het is net de charme van onze sport dat je op verschillende plaatsen komt. Tijdens trainingen zie je zo’n diverse omgevingen. Als je altijd op dezelfde plaatsen moet fietsen, zal de motivatie om nog te trainen snel verdwijnen.” Alleen Kaat is nog wel te vinden voor het idee van trainen op afgesloten circuits. “Als al de anderen besluiten om te stoppen, kan ik misschien wat meer wedstrijden winnen”, grapt ze.

In de voorbereiding op het wielerseizoen en op belangrijke wedstrijden, trekken de dames regelmatig op trainingsstage richting Spanje. “Je hebt er minder afgescheiden fietspaden als in Vlaanderen, maar de automobilisten respecteren wel steeds de afstand van 1,5 meter wanneer ze een fietser passeren. Het is echt een verademing om op de Spaanse wegen te trainen”, geeft Kim aan. “Maar als je jezelf in het verkeer zichtbaar maakt aan de hand van fluorescerende kledij, dwing je ook in België respect af bij andere bestuurders. Je voelt dan dat ze veel vaker een positievere houding ten aanzien van jou als fietser aannemen.”

Ten slotte zien de dames ook wel een meerwaarde in de zogenaamde ‘avondcompetities’ die in Nederland helemaal zijn ingeburgerd, maar in België amper of niet gekend zijn. “Als je in een periode van je kalender zit waarin je maar weinig wedstrijden rijdt, heb je soms nood aan specifieke trainingen om je kracht en snelheid aan te scherpen. Je moet als het ware wedstrijdsituaties nabootsen. Op de openbare weg is dat erg gevaarlijk.

Daarom zijn de avondcompetities een goed alternatief, met kleine wedstrijden op bijvoorbeeld afgesloten industrieterreinen waar ’s avonds geen andere activiteiten plaatsvinden”, besluit Kim. “Zolang we die avondcompetities maar kunnen afwisselen met trainingen op de ‘gewone’ wegen”, vullen de anderen aan.